Onderzoek over het gebruik en de effectiviteit van Bouw!

Bouw! is een interventieprogramma dat voorziet in extra ondersteuning, instructie en oefening in (voorbereidend) lezen van het 3de kleuter tot het 2de leerjaar en dit bij leerlingen die risico lopen op leesachterstand en leesproblemen. Het kind leert, de tutor stuurt en de computer wijst de weg. Vrijwilligers maar ook oudere leerlingen en (groot-) ouders of andere familieleden thuis, vervullen de tutorrol. Pedagogische voorkennis is dus niet nodig. 

 

Bouw! is bewezen effectief. De effectiviteit werd getoetst aan de hand van wetenschappelijke studies. Deze toonden aan dat een correcte inzet van Bouw! in een afname van leesproblemen met ruim 60% resulteert. De groep zeer zwakke lezers halveert. De groep bovengemiddelde tot goede lezers verdubbelt.

 

Bouw! kan op drie manieren ingezet worden

  • Preventief, vooruitlopend op de reguliere leesmethode: gestart wordt met deel 1 halverwege het 3de kleuter, waarna ermee doorgegaan wordt in het eerste leerjaar tot ongeveer halverwege 2de leerjaar. Bouw! kan onderdeel vormen van een taalintegratietraject n.a.v. de Koalatestresultaten.
  • Supplementair, parallel aan de reguliere leesmethode: gestart wordt met deel 1 in september-oktober van het 1ste leerjaar, eindigend in de tweede helft van het 2de leerjaar.
  • Remediërend na opgelopen achterstand: het programma wordt ingezet wanneer een leerling achterblijft. Looptijd is afhankelijk van het deel waarmee begonnen wordt en hoe hoog de oefenfrequentie is.

De achtergrond van Bouw!

  • 523 online computerlessen voor het aanleren, oefenen, herhalen en toepassen
  • heldere tutorinstructies voor de tutor
  • oefenen kan zowel op school als thuis
  • de (zorg)leerkracht behoudt de supervisie via de toets momenten

 Bouw! werd ontwikkeld omdat:

  • Zo’n 25% van de kinderen in het 3de kleuter heeft behoefte aan extra instructie en oefening om goed voorbereid naar het eerste leerjaar te gaan en niet direct op achterstand te staan.
  • Vroeg beginnen en twee jaar lang ondersteunen, schept eerlijke kansen. Dit is belangrijk omdat een opgelopen achterstand meestal niet ingelopen wordt.
  • Bij een aanhoudende achterstand en dus leesprobleem, daalt de motivatie en is het risico groot dat het kind in een negatieve spiraal terechtkomt.

Het doel van Bouw!:

  • een vroege start zorgt voor meer vaardigheid, zelfvertrouwen en meer motivatie
  • volledige beheersing door een aangehouden interventie tot en met het 1ste of 2de leerjaar
  • latere interventie kan ook nog als de leerling er behoefte aan heeft
  • vloeiend het hele domein van letters en lettercombinaties kennen
  • beheersen van het lezen van korte en steeds langere woorden met de nodige snelheid
  • beheersen van de basis van de functionele geletterdheid

Tutorgestuurd

  • Model van directe feedback werkt
  • Niet professioneel: vrijwilligers, stagiairs, leerlingen uit hogere groepen, (groot-) ouders of andere familieleden

(Zorg)Leerkrachten werken de niet-professionele tutors in en begeleiden hen. Tutoren blijken meestal goed in staat om leerlingen genoeg instructie en oefening te geven die, conform de aanwijzingen van het programma, aangepast zijn aan hun niveau.

 

De studie toonde ook aan dat de combinatie van gestructureerde computeroefeningen met gerichte ondersteuning van de tutor (begeleider), praktisch goed uitvoerbaar is, zowel thuis als op school.

Onderzoek naar preventief en supplementair gebruik

Door de Universiteit van Amsterdam zijn onder leiding van prof. dr. Aryan Van der Leij twee experimentele onderzoeken uitgevoerd waarin leerlingen met risico op leesachterstand bij toeval verdeeld werden over een groep die het programma kreeg en een controlegroep (‘randomized controlled trials’). 

Studie 1 – supplementair gebruik

In de eerste studie werden deze leerlingen op basis van zwakke letterkennis en klankbewustzijn geselecteerd in september van het 1ste leerjaar, waarna zij van oktober 1ste leerjaar tot in de tweede helft van het 2de leerjaar het programma doorliepen (supplementair gebruik). 

Studie 2 – preventief gebruik

In de tweede studie werden de leerlingen in januari in het 3de kleuter geselecteerd en kregen zij het programma van februari 3de kleuter tot ongeveer halverwege 2de leerjaar (preventief gebruik).

Vastgestelde voorwaarden voor effectiviteit

  • het programma volledig doorlopen
  • gerealiseerde oefenfrequentie van minimaal 2 sessies per week

Bouw! blijkt effectief wanneer het programma wordt afgemaakt en er een gerealiseerde oefenfrequentie is van minimaal twee sessies per week. Beide voorwaarden zijn essentieel! In de beschrijving van het praktijkonderzoek (zie verderop) wordt de oefenfrequentie nader gepreciseerd. Hoewel er geen directe vergelijking is, lijkt het er op dat Bouw!, wanneer de oefenfrequentie hoog genoeg is en het programma wordt afgemaakt, nog een fractie effectiever is wanneer begonnen wordt halverwege het 3de kleuter (preventief) dan in oktober van het 1ste leerjaar (supplementair).

Wat is effectief?

Effectief betekent dat de leerlingen met Bouw! er meer op vooruitgaan in woordlezen dan leerlingen zonder Bouw!, ook als laatstgenoemden in de klas en erbuiten extra oefening krijgen.

Extra voordelen?

  • Toegenomen taakoriëntatie
  • Positieve invloed op tekstlezen, maar ook begrijpend lezen en spellen
  • Resultaten beklijven tot in 5de/6de leerjaar
  • Minder zittenblijvers
  • Minder nood aan doorverwijs externe zorg

Daarnaast is de taakoriëntatie van de Bouw!-leerlingen toegenomen, een belangrijke indicatie voor positief zelfvertrouwen en motivatie. Het effect spreidt zich uit naar tekstlezen, begrijpend lezen en spelling. Dat geldt niet alleen een jaar na afloop van het programma (in het 3de leerjaar) , maar ook een paar jaar later in het 5de/6de leerjaar. Bovendien blijkt uit dit laatste onderzoek dat er veel minder zittenblijvers zijn en dat de leerlingen minder extra ondersteuning buiten de klas nodig hebben.

Praktijkonderzoek naar implementatie

Na de experimentele fase heeft Lexima een online versie van Bouw! ontwikkeld voor de onderwijspraktijk. Het Nederlandse samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Hoeksche Waard (verderop: SWV HW) startte in april 2016 een pilootproject met 35 scholen. 

Doelen in het door hen opgestelde ondersteuningsplan 2018-2022 waren : 

  • alle deelnemende scholen contiueren met Bouw!
  • alle deelnemende scholen optimaliseren hun technisch leesonderwijs in het 3de kleuter, 1ste en 2de leerjaar
  • leesachterstanden verminderen
  • de prevalentie van ernstige enkelvoudige dyslexie (EED) terugbrengen naar 3,5% in 2022

Acties om dit te realiseren:

  • elke deelnemende school benoemde een Bouw!-coördinator (meestal de zorgcoördinator)
  • bovenschoolse organisatie van studiemiddagen met inhoudelijke en technische ondersteuning van Lexima
  • opzet van een Bouw!-coördinatoren netwerk voor onderlinge communicatie

De Universiteit van Amsterdam deed onder leiding van prof. dr. Peter de Jong sinds 2018 onderzoek naar de wijze waarop het programma op de scholen van SWV HW werd geïmplementeerd. Dat werd eind 2021 afgerond. Bevindingen waren:

  • minimaal 24 lessen per maand is de beste oefenfrequentie om het volledige programma in twee jaar te doorlopen
  • een streefgetal van ruim 6 Bouw!-lessen per week is ideaal, aan te bieden in twee tot drie oefensessies van 20 minuten met een geregistreerde online oefentijd van +/- 14-15 minuten
  • de oefentijd per les wordt efficiënter (en halveert) naarmate men opschuift het 3de kleuter (bijv. 2 lessen in een sessie) naar het 2de leerjaar (bijv. 4 lessen in een sessie)
  • scholen die de oefenfrequentie van min. 24 lessen per maand realiseren, blijken het effectiefste te zijn. Zij hebben ook de meeste ouders die thuis een deel van de oefeningen doen.

Bij de leerlingen waren de effecten duidelijk zichtbaar in hun vaardigheid met woord- en tekstlezen. 

 

Beginnen halverwege 1ste leerjaar of later -remediërend gebruik

Bouw! werd primair ontwikkeld als middel om leesachterstand te voorkomen. Daarom omvatte het onderzoek geen aparte studie naar effecten wanneer het later wordt ingezet ter remediëring van al opgelopen leesachterstand. Scholen zijn echter vrij om Bouw! ook later in te zetten wanneer zij dat nodig vinden. In het praktijkonderzoek is er wel enige ervaring mee opgedaan. Zo wordt, volgens een Bouw!-expert, vanaf januari 1ste leerjaar meestal niet begonnen met deel 1 omdat die leerlingen veel van de letters al kennen, maar met deel 5 waarin lastige dubbeltekens als ou, au, ui, ei aan de beurt komen. In het algemeen is ‘inschaling’ in Bouw!-delen (waarvan er twaalf zijn) afhankelijk van de instaptoets die de behoefte en de vaardigheid van de leerling indiceert.

 

Voor remediërend gebruik bij opgelopen achterstand is het raadzaam om het minimum aantal lessen per maand op te hogen tot 30, in vier sessies per week met 7 tot 8 lessen per week.

 

Als bijzondere toepassing is er ook al enige ervaring opgedaan met leerlingen die in ons onderwijs stappen met geringe kennis van de Nederlandse taal (bijv. van ouders met een mirgratie achtergrond). Als zij wel aan lezen toe zijn (wellicht kunnen ze al lezen in hun moedertaal), dan starten ze bij het begin om daarna vrij snel te vorderen.

Tot besluit

Bouw! heeft zijn effectiviteit experimenteel en in de praktijk bewezen. Ook is er steeds meer bekend over implementatie en de voorwaarden die aan optimaal gebruik verbonden zijn (o.a. onderdeel van een integrale aanpak van leesproblemen door de school, het aanstellen van een Bouw!-coördinator, het verwerven van externe inhoudelijke en technische ondersteuning, aansturing op scholengroepniveau, het realiseren van een optimale oefenfrequentie, ondersteuning van de tutors). 

 

“Bouw! is, voor zover mij bekend, het enige Interventieprogramma waarvan herhaaldelijk de effectiviteit is (en wordt) aangetoond. Het wordt bovendien veel vroegtijdiger ingezet (halverwege 3de kleuter – eerste maanden 1ste leerjaar) dan gebruikelijk. Daardoor is het niet alleen mogelijk om leesachterstanden, laaggeletterdheid en leesproblemen te voorkomen of te reduceren, maar ook om ernstige leesproblemen (dyslexie) vroegtijdig te signaleren.” – Prof. Dr. Aryan Van der Leij

 

Hier vind je de linken naar heel wat interessante lectuur: